Zoals de titel al laat doorschemeren, ik heb zwangerschapsdiabetes. In het begin schrok ik van het nieuws, maar aan de andere kant had ik dat al verwacht.
Het was 24 mei dit jaar toen ik de diagnose kreeg. Nou vind ik diagnose eigenlijk niet het juiste woord voor mijn situatie. Medisch gezien klopt de term wel.
Hoe kom ik aan zwangerschapsdiabetes?
Kort door de bocht is het antwoord: ik was gewoon te zwaar en daardoor had ik een verhoogde kans op diabetes. De kilo’s die eraan kwamen tijdens de zwangerschap van Anna ben ik niet meer kwijtgeraakt waardoor ik eigenlijk te zwaar was toen ik zwanger raakte. Gezien mijn BMI moest ik een Orale Glucose Tolerantie Test, kort gezegd OGTT, ondergaan bij een zwangerschapstermijn van 27 weken. Zo’n test houdt in dat je nuchter naar het ziekenhuis moet komen om je glucose te laten prikken en daarna een glucosedrankje te drinken krijgt. Daarna mag je twee uur lang niks doen en na die twee uur prikt men opnieuw je glucose. De uitslag volgt een dag later. Is de uitslag na twee uur onder de 7,8 mmol, dan heb je geen zwangerschapsdiabetes en zit je erboven, dan krijg je het etiketje.
En dan komt de uitslag: verhoogde bloedsuikers. Ik zat op 8,3 mml. Weliswaar geen extreme verhoging, maar hoger dan de richtlijnen voorschrijven. Dat was even een klap in mijn gezicht, maar aan de andere kant ook goed dat dit ontdekt is. Omdat mijn waardes niet extreem waren, kreeg ik een verwijzing voor de diabetesverpleegkundige. Zij zou me helpen met een passend dieet om mijn bloedsuikers op peil te houden. Verder moest ik twee keer een dagcurve gaan laten prikken in het ziekenhuis en daarnaast kreeg ik ook twee keer een groeiecho en een consult bij de gynaecoloog. Bij goede uitslagen hoefde ik geen insuline te spuiten en dat geluk heb ik wel weer gehad.
Hoe ziet mijn dieet eruit?
Eigenlijk heb ik het advies gekregen om gewoon normaal te doen en de schijf van vijf aan te houden. Verder moet ik opletten op de hoeveelheid koolhydraten en suikers die ik binnenkrijg. Ik eet om om de twee uur wel iets en dan kom ik uit op onderstaand schema.
Ontbijt: 2 volkoren boterhammen met vleeswaren of pindakaas (wel van Calvé). Het fijne aan de pindakaas van Calvé is dat er geen toevoegde suikers in zitten. Bij heel veel andere merken is dat namelijk wel het geval. Soms ontbijt ik met Optimel kwark met vers fruit of magere yoghurt met een eetlepel muesli en wat zoetstof.
Tussendoor: fruit, vaak een sinaasappel en een glas zuivel. Meestal is dat Optimel.
Lunch: 2 tot 3 volkoren boterhammen met vleeswaren of pindakaas en nootjes en wat rauwkost zoals worteltjes en tomaatjes.
Tussendoor: nootjes of een stukje kaas
Avondeten: heel saai, maar gewoon een kleinere portie aardappels, een berg groente zonder saus en een stukje vlees. Sinds ik weet dat ik zwangerschapsdiabetes heb, ben ik heel voorzichtig geworden met het eten van pasta’s en rijst.
Tussendoor: een bakje Optimel vla en twee uur later nog iets hartigs. Dat laatste is afhankelijk van het tijdstip waarop we naar bed gaan.
Nu ik gewend ben aan mijn ‘dieet’ en vind ik dat ik prima kan leven met deze ‘beperking’. Misschien moet ik de lijn gaan doortrekken en na mijn zwangerschap koolhydraatarm en suikervrij blijven eten. Ik heb meer energie gekregen sinds ik erop let en ik kom ook niet eens veel aan. Misschien werkt het ook wel om de overtollige kilo’s van Anna’ss zwangerschap kwijt te raken.